Nieuws

Parkeren en btw/uitspraak Hoge Raad gemeente Groningen/gunstig voor gemeenten

Geplaatst: 23 maart 2018
Kenmerk: 2018.03805

Parkeren en btw/uitspraak Hoge Raad gemeente Groningen/gunstig voor gemeenten

Vandaag heeft de Hoge Raad een arrest gewezen over de verplichting van de gemeente om ter zake van het straatparkeren een btw-factuur uit te reiken. Indirect speelt de vraag of de gemeente ter zake van de ontvangen parkeerbelasting voor het parkeren langs de openbare weg btw moet voldoen. De Hoge Raad doet de zaak eenvoudig af en komt niet toe aan de behandeling van de principiële vraag of de gemeente ter zake van het straatparkeren als btw-ondernemer handelt en ter zake van de opbrengst van de parkeerbelasting 21% btw moet voldoen.

Procedure

De automobilist voerde in zijn procedure aan dat de gemeente ter zake van het tegen een meer dan symbolische geven van de gelegenheid tot straatparkeren als btw-ondernemer handelt. De automobilist stelt dat de gemeente hem ter zake een factuur met btw moet uitreiken. Om zijn doel te bereiken voerde de automobilist in de procedure aan dat de parkeerverordening geheel of gedeeltelijk onverbindend is. In de verordening is volgens de automobilist geen rekening gehouden met de verschuldigdheid van btw. De gemeente had volgens de automobilist in de Verordening moeten opnemen dat op het aanslagbiljet het parkeertarief moet worden onderscheiden in een deel parkeervergoeding en een deel te betalen btw.

Oordeel Hoge Raad

De Hoge Raad oordeelt dat in het nationale en het Europees recht geen aanknopingspunten zijn te vinden dat een gemeente parkeerverordening niet rechtsgeldig is vanwege het feit dat in die verordening niet is vermeld of in het tarief een bedrag aan omzetbelasting is begrepen en niet is voorgeschreven dat op het aanslagbiljet een bedrag aan omzetbelasting moet worden vermeld.