Nieuws

Straatparkeren belast met btw en vennootschapsbelasting?

Geplaatst: 04 november 2016
Bron: Uitspraak van Rechtbank Gelderland van 3 november 2016 met nummer AWB 15/2830
Kenmerk: 2016.00916

Straatparkeren belast met btw en vennootschapsbelasting?

In het nieuwsbericht ‘Proefprocedure inzake btw en straatparkeren’ van 6 augustus 2016 hebben wij u geïnformeerd over een lopende procedure inzake de verschuldigdheid van btw en straatparkeren. In geschil is de vraag of de gemeente Groningen die gelegenheid geeft om op de openbare weg tegen betaling van parkeerbelasting een motorvoertuig te parkeren handelt als btw-ondernemer en een factuur met btw moet uitreiken.

Volgens het Gerechtshof Arnhem/Leeuwarden is dat niet het geval. Rechtbank Gelderland oordeelt in een uitspraak van 3 november 2016 dat de gemeente Arnhem wel als btw-ondernemer handelt bij straatparkeren en een factuur moet uitreiken. Een ontwikkeling met mogelijke grote financiële gevolgen voor gemeenten die parkeerbelasting heffen.

Feiten

Een automobilist heeft zijn auto geparkeerd in een straat in de gemeente Arnhem en heeft geen parkeerbelasting betaald. Een heffingsambtenaar van de gemeente Arnhem heeft daarop op 12 februari 2015 aan de automobilist een naheffingsaanslag parkeerbelasting opgelegd van € 59,75. De aanslag is opgebouwd uit € 1,75 parkeerbelasting en € 58,00 aan kosten. De automobilist bestrijdt de naheffingsaanslag parkeerbelasting.

Volgens de automobilist handelt de gemeente Arnhem bij het geven van gelegenheid tot parkeren als btw-ondernemer en moet de gemeente Arnhem daarom aan hem een factuur uitreiken met een bedrag aan btw. De gemeente heft weliswaar een parkeerbelasting als overheid maar omdat de concurrentieverhoudingen worden verstoord, handelt de gemeente volgens de automobilist als btw-ondernemer. De gemeente Arnhem treedt in concurrentie met commerciële exploitanten van lokale parkeergarages.

Uitspraak

Rechtbank Gelderland overweegt in zijn uitspraak van 3 november 2016 dat de gemiddelde consument zijn auto zo dicht mogelijk bij zijn bestemming wenst te parkeren. Controle en bewaking en de bescherming tegen weersinvloeden zijn daarbij volgens de rechtbank van ondergeschikt belang. Dit geldt evenzeer voor het feit dat de gemeente handhavend kan optreden. Uit het voorgaande volgt volgens de rechtbank dat straatparkeren en slagboomparkeren voor de modale consument dezelfde handelingen zijn.

Vast staat dat slagboomparkeren belast is met omzetbelasting. Behandeling van verweerder als niet-belastingplichtige bij straatparkeren leidt derhalve tot concurrentieverstoring. Gelet op de door verweerder hiermee gerealiseerde opbrengst (2013: € 5.235.000/2015: € 6.809.000) is geen sprake van concurrentieverstoring van onbeduidende omvang. Ten einde deze concurrentieverstoring op te heffen dient verweerder voor het gelegenheid geven tot straatparkeren als btw-ondernemer te worden aangemerkt. Verweerder dient aan eiseres een factuur met omzetbelasting uit te reiken. Op de factuur dient een vergoeding van (100/121* € 59,75=) € 49,38 en een btw-bedrag van (21/121* € 59,75=) € 10,37 te worden vermeld.

Opmerking

De automobilist heeft voor deskundige bijstand gezorgd. Uit de uitspraak blijkt dat hij zich heeft laten bijstaan door ‘prof. dr. [B]’. Wij nemen aan dat sprake is van een proefprocedure en niet zozeer de ergernis van een naheffingsaanslag parkeerbelasting de reden is geweest voor het inschakelen van ‘prof. dr. [B].’

Gemeentelijke praktijk

Rechtbank Gelderland oordeelt dat de gemeente Arnhem als btw-ondernemer handelt bij het straatparkeren. Eerder oordeelde het Gerechtshof Arnhem/Leeuwarden dat de gemeente Groningen in de beoordeelde casus niet als btw-ondernemer handelt bij het straatparkeren. Wij nemen aan dat de gemeente hoger beroep instelt bij het Gerechtshof Arnhem/Leeuwarden. Gelet op de eerdere uitspraak van Gerechtshof Arnhem/Leeuwarden in de zaak van de gemeente Groningen verwachten wij dat de uitspraak van Rechtbank Gelderland niet in stand blijft.

Tegen de uitspraak van Gerechtshof Arnhem/Leeuwarden in de zaak van de gemeente Groningen is beroep in cassatie ingesteld bij de Hoge Raad. Met bijzondere belangstelling wordt geacht op het arrest van de Hoge Raad. Het financiële belang voor de Nederlandse gemeenten bij de verschillende procedures inzake btw en straatparkeren betreft vele miljoenen euro’s aan btw en vennootschapsbelasting.