Nieuws

LB: ZZP: Schijnzelfstandigheid; Opdrachtnemer is werknemer; Onterecht gefactureerde btw
In dit nieuwsbericht informeren wij u over het beleid van de Belastingdienst inzake het corrigeren van btw bij schijnzelfstandigheid. Het handhavingsmoratorium geldt niet voor de btw. Zoals wij begrijpen past de Belastingdienst met betrekking tot de btw een soepel correctiebeleid toe.
De Belastingdienst handhaaft vanaf 1 januari 2025 op schijnzelfstandigheid. Een ZZP'er kan zich als opdrachtnemer presenteren maar bij nadere toetsing volgens de Belastingdienst als een werknemersrelatie c.q. schijnzelfstandige kwalificeren. Een wijziging van de status van opdrachtnemer naar werknemer heeft gevolgen op het gebied van loonbelasting, pensioen, werknemersverzekeringen, werkgeverspremies en de heffing van btw. In dit themabericht informeren wij u over de btw-gevolgen van de wijziging (met terugwerkende kracht) van een opdrachtrelatie in een werknemersrelatie.
Opdrachtnemer is werknemer
Een ZZP'er is een btw-ondernemer als de ZZP'er tegen een meer dan symbolische vergoeding zelfstandig werkzaamheden verricht.
Is de opdrachtnemer een schijnzelfstandige dan wordt niet voldaan aan de vereiste zelfstandigheid en is sprake van een werknemersrelatie. De schijnzelfstandige is geen btw-ondernemer. De schijnzelfstandige mag geen btw factureren en de schijnzelfstandige heeft geen recht op aftrek van btw op de kosten via de btw-aangifte De schijnzelfstandige is de btw die onterecht is gefactureerd verschuldigd aan de Belastingdienst.
De btw die de schijnzelfstandige de afgelopen vijf jaar onterecht heeft gefactureerd moet worden gecorrigeerd met creditfacturen. De schijnzelfstandige krijgt de btw die de schijnzelfstandige onterecht heeft gefactureerd en welke btw de schijnzelfstandige heeft voldaan aan de Belastingdienst onder voorwaarden terug van de Belastingdienst.
De btw op de kosten die de schijnzelfstandige de afgelopen vijf jaar onterecht op zijn btw-aangifte in aftrek heeft genomen moet worden terugbetaald aan de Belastingdienst met belastingrente en mogelijk een (verzuim)boete.
Gemeente
De gemeente heeft de btw die de ZZP'er de afgelopen vijf jaar heeft gefactureerd onterecht op de btw-aangifte in aftrek genomen of onterecht gecompenseerd bij het BTW-compensatiefonds. Deze btw moet worden gecorrigeerd omdat onterecht gefactureerde btw niet in aftrek kan worden genomen op de btw-aangifte en onterecht gefactureerde btw ook niet kan worden gecompenseerd bij het BTW-compensatiefonds. De gemeente krijgt creditfacturen en de betaalde btw terugbetaald door de schijnzelfstandige. De gemeente moet de onterecht in aftrek genomen btw op de btw-aangifte en de onterecht gecompenseerde btw (met belastingrente) terugbetalen aan de Belastingdienst.
Corrigeren van onterecht gefactureerde btw
In onderdeel 4 'Te veel of ten onrechte gefactureerde btw' van het Besluit 'Omzetbelasting. Administratieve, facturerings- en andere verplichtingen (Besluit administratieve verplichtingen omzetbelasting)' van 1 mei 2025, nr. 2025-115705 heeft de Staatssecretaris van Financiën aangegeven hoe onterecht gefactureerde btw volgens hem moet worden gecorrigeerd. Klik hier
Beleid Belastingdienst
Het beleid van de Belastingdienst is opgenomen in het memo 'Handhaving arbeidsrelaties – richtlijnen doorwerking IH en OB', 18 december 2024.
Volgens het memo moeten bij het opleggen van een correctie alle omstandigheden worden bekeken. In het memo wordt opgemerkt:
- "Denk hierbij aan eerdere controles/contacten met de Belastingdienst, materieel belang en/of eventuele onduidelijkheid of pleitbare standpunten ten aanzien van de omstandigheden in het verleden. Het advies is terughoudend te zijn in het corrigeren van de OB-positie van de opdrachtgever in de tijdvakken vóór correctieverplichting in de LH. Dit behoeft een individuele beoordeling in afstemming met de vaktechnische lijn. Hierbij merken wij op dat de mogelijkheid voor een inspecteur om een naheffingsaanslag op te leggen op grond van artikel 20 AWR een kan-bepaling betreft. De inspecteur heeft de mogelijkheid een naheffingsaanslag op te leggen, maar kan daar ook van afzien. Deze keuze maakt de inspecteur met in achtneming van de algemene beginselen van behoorlijk bestuur".
- "Als laatste is het relevant dat correctie van de OB-positie van de opdrachtgever en de opdrachtnemers voor beide partijen én voor de Belastingdienst potentieel grote administratieve gevolgen kan hebben, wat het nodige vraagt van de capaciteit in de uitvoering".
Documenten en publicaties
- Memo Arbeidsrelaties 'Handleiding bedrijfsbezoeken en boekenonderzoeken', 1 januari 2025, versie 5.0. Klik hier
- Memo 'Handhaving arbeidsrelaties – richtlijnen doorwerking IH en OB', 18 december 2024, versienummer 2. Klik hier / Klik hier
- Memo 'Handhaving arbeidsrelaties – richtlijnen doorwerking IH en OB', 1 september 2023, versienummer 1. Klik hier / Klik hier
Kenmerk: Taxnavigator 2025.56851
Dit bericht is opgesteld door de redactie van Taxnavigator/eindredactie mr. dr. J.J.P. (Joep) Swinkels. Voor meer informatie: info@taxnavigator.nl. © Copyright Taxnavigator BV/Nestor Business Media BV/Nestor Media Groep. Ter zake van onze fiscale dienstverlening en berichtgeving gelden algemene voorwaarden en hetgeen wordt vermeld in de colofon.
Deel dit bericht:
Inloggen
Wilt u meer informatie over de kennisbank? Mail dan naar: info@taxnavigator.nl.
Inschrijven nieuwsbrief
Schrijf u in voor de nieuwsbrief