Nieuws
BTW: Standpunt Belastingdienst inzake zonnedaken
In dit nieuwsbericht informeren wij u over een standpunt van de kennisgroep van de Belastingdienst inzake de btw-aspecten van de exploitatie van zonnepanelen op daken van appartementencomplexen en fabrieksgebouwen.
Feiten en omstandigheden
Ondernemer X realiseert zonne-energieprojecten op grote daken van bijvoorbeeld appartementencomplexen en fabrieksgebouwen (hierna: zonnedakproject). X blijft eigenaar van het zonnedakproject en verhuurt deze aan de gebruiker van het gebouw waarop de installatie ligt. Een zonnedakproject bestaat uit de volgende onderdelen: niet-geïntegreerde zonnepanelen; rasters waarop de zonnepanelen worden gelegd; kabels en kabelgoten; transformators; omvormers; en eventueel ballasttegels.
De zonnepanelen worden al dan niet aan het dak bevestigd. Als ze niet aan het dak worden bevestigd, wordt de constructie verzwaard met ballasttegels. Middels een op maat gemaakte groepenkast wordt het zonnedakproject aangesloten op de bestaande elektriciteitsaansluiting van het gebouw. De transformators worden op, in of tegen het gebouw geplaatst of in een transformatorhuisje naast het gebouw. De omvormers worden geplaatst in een speciaal hiervoor gebouwde constructie, op, in, tegen of naast het gebouw.
Standpunt Belastingdienst
De verhuur van een zonnedakproject met niet-geïntegreerde zonnepanelen kwalificeert volgens de Belastingdienst niet als de verhuur van een onroerende zaak. De zonnepanelen zijn roerend omdat ze afzonderlijk kunnen worden gebruikt en in bouwkundig opzicht geen onderdeel worden van een onroerende zaak.
Op grond van artikel 11, eerste lid, aanhef en onderdeel b, Wet OB 1968 is van btw vrijgesteld de verhuur van onroerende zaken. In de posten a.10 en b.7 van de bij de Wet OB 1968 behorende Tabel II wordt een onderscheid gehanteerd tussen niet-geïntegreerde en geïntegreerde zonnepanelen (zie artikel XXI, onderdeel B (tabel II behorende bij de Wet op de omzetbelasting 1968) van de memorie van toelichting bij het Belastingplan 2023). Niet-geïntegreerde zonnepanelen zijn zonnepanelen die niet tegelijkertijd dienen als dakbedekking (ze dienen alléén om stroom op te wekken), en zijn dus roerend. Zonnepanelen die tegelijkertijd de functie vervullen van dakbedekking (bijvoorbeeld dakpannen met zonnepaneelfunctie) worden in bouwkundig opzicht onderdeel van een onroerende zaak. Ditzelfde onderscheid is opgenomen in beleid van de staatssecretaris (zie bijvoorbeeld paragraaf 2.4. van het besluit van de Staatssecretaris van Financiën van 21 november 2024, Stcrt. 2024, 38565). Weliswaar hebben genoemde wetsgeschiedenis en het beleidsbesluit betrekking op zonnepanelen op woningen, maar er is geen aanknopingspunt waaruit kan worden afgeleid dat een andere opvatting mogelijk is als het om zonnedaken gaat. Ook artikel 13 ter van de Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1042/2013 van de Raad van 7 oktober 2013 tot wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 282/2011 wat betreft de plaats van dienst biedt hiervoor onvoldoende aanknopingspunten.
De verleggingsregeling is niet van toepassing, omdat de derde geen fysieke werkzaamheden aan een onroerende zaak verricht. De dienst van de derde betreft de realisatie en bouw van een roerende zaak.
Documenten en publicaties
- Standpunt Kennisgroep Belastingdienst KG:210:2025:15 Zonnedaken; (on)roerende zaken, 12 december 2025. Klik hier / Klik hier
Dit bericht is opgesteld door de redactie van Taxnavigator/eindredactie mr. dr. J.J.P. (Joep) Swinkels. Voor meer informatie: info@taxnavigator.nl. © Copyright Taxnavigator BV/Nestor Business Media BV/Nestor Media Groep. Ter zake van onze fiscale dienstverlening en berichtgeving gelden algemene voorwaarden en hetgeen wordt vermeld in de colofon.
Deel dit bericht:
Inloggen
Wilt u meer informatie over de kennisbank? Mail dan naar: info@taxnavigator.nl.
Inschrijven nieuwsbrief
Schrijf u in voor de nieuwsbrief