Nieuws

Vpb: Stichting met winst

Geplaatst: 07 juni 2024
Kenmerk: 2024.53251

Vpb: Stichting met winst

In dit themabericht informeren wij u over de verschuldigdheid van vennootschapsbelasting en het Besluit ‘Vennootschapsbelasting. Belastingplicht van stichtingen en verenigingen, 8 augustus 2023, nr. 2023-11888.

1. Korte Samenvatting

Een stichting die een onderneming exploiteert is vennootschapsbelasting verschuldigd als met de onderneming een financieel overschot wordt gerealiseerd. Dat het financieel overschot met subsidie zijn gerealiseerd staat belastingheffing niet in de weg. Subsidies moeten worden meegenomen bij het bepalen van de winst c.q. het financieel overschot. In zijn Besluit van 8 augustus 2023 is goedgekeurd dat stichting die financiële overschotten door subsidies geen vennootschapsbelasting zijn verschuldigd.

2. Besluit ‘Vennootschapsbelasting. Belastingplicht van stichtingen en verenigingen’

In onderdeel 2 van het Besluit beschrijft de Staatssecretaris van Financiën de voorwaarden voor belastingplicht voor de vennootschapsbelasting. Wanneer drijft een stichting een onderneming. In dit onderdeel beschrijft de Staatssecretaris ook de vpb-plicht van amateursportverenigingen en de stichting derdengelden. In het onderdeel 3 beschrijft de Staatssecretaris dat bij afwezigheid van een winststreven toch vpb-plicht kan bestaan. Wordt in concurrentie getreden bij de uitoefening van een activiteit dan kan bij afwezigheid van een winststreven toch sprake zijn van belastingplicht. In onderdeel 4 van het Besluit beschrijft de Staatssecretaris de omvang van de Belastingplicht.

3. Gesubsidieerde instellingen

Het onderdeel ‘2.3.1. Winststreven en gesubsidieerde instellingen’ is een belangrijk onderdeel van het Besluit. Ik dit onderdeel zijn goedkeuringen inzake gesubsidieerde instellingen opgenomen.

Stichtingen kunnen financiële overschotten behalen door de ontvangst van subsidies. Het behalen van financiële overschotten kan voor een verantwoorde bedrijfsvoering zelfs noodzakelijk zijn. De financiële overschotten moeten in aanmerking worden genomen bij de beoordeling van de vraag of sprake is van een winststreven. Subsidies worden in beginsel namelijk tot de winst gerekend.

Van een winststreven is volgens de Staatssecretaris echter geen sprake wanneer instellingen die uitsluitend activiteiten verrichten die volledig zijn gefinancierd met subsidies, volgens de statuten of subsidieregels de behaalde overschotten moeten aanwenden overeenkomstig de subsidiedoeleinden of moeten terugbetalen aan de subsidieverstrekker. Naast het feit dat de gevormde overschotten niet vrij besteedbaar zijn, wordt in deze situaties namelijk geen voordeel beoogd en verwacht. Uiteraard moet de instelling ook feitelijk conform de statuten of subsidieregels handelen.

Ook is volgens de Staatsscretaris geen sprake van een winststreven als een bijdrage wordt gevraagd van degenen voor wie de instelling gesubsidieerde activiteiten verricht. Daarnaast is geen sprake van een winststreven als een stichting activiteiten verzorgt voor meerdere gemeenten en de activiteiten worden door sommige gemeente bekostigd met subsidie en voor andere gemeenten worden dezelfde werkzaamheden in opdracht verricht.

Ik ben dan ook van mening dat het ontvangen van eigen bijdragen van degenen voor wie de instelling gesubsidieerde activiteiten verricht en het verrichten van subsidiabele activiteiten door een instelling die hiervoor eigen bijdragen en/of vergoedingen op contractbasis ontvangt niet tot een winststreven leidt als sprake is van de volgende cumulatieve omstandigheden.

  1.  De instelling verricht uitsluitend gesubsidieerde, dan wel gesubsidieerde en subsidiabele activiteiten.
  2. De instelling financiert het totaal van deze activiteiten hoofdzakelijk met subsidies en aanvullend slechts met: a) eigen bijdragen van degenen voor wie de instelling de gesubsidieerde activiteiten verricht; en b) vergoedingen die op contractbasis worden ontvangen van gemeente(n),12 eventueel aangevuld met eigen bijdragen van degenen voor wie de instelling deze subsidiabele activiteiten verricht.
  3. De instelling wendt eventueel behaalde overschotten zowel conform de statuten of subsidieregels als feitelijk aan overeenkomstig de subsidiedoeleinden of betaalt deze overschotten terug aan de subsidieverstrekker.
  4. De instelling heeft zowel statutair als feitelijk geborgd dat – als daar sprake van is – de inkomsten uit contractfinanciering uitsluitend kunnen worden aangewend voor de gesubsidieerde dan wel subsidiabele activiteiten.

De beoordeling of sprake is van deze omstandigheden vindt steeds plaats op het niveau van het lichaam en niet op het niveau van de afzonderlijke activiteit(en).

Documenten en publicaties

  • Besluit ‘Vennootschapsbelasting. Belastingplicht van stichtingen en verenigingen, 8 augustus 2023, nr. 2023-11888. Klik hier