Nieuws

LB: Consultatie inzake Wetsvoorstel beoordeling arbeidsrelaties

Geplaatst: 07 oktober 2023
Kenmerk: 2023.51146

LB: Consultatie inzake Wetsvoorstel beoordeling arbeidsrelaties

In dit nieuwsbericht informeren wij u over de internetconsultatie van het Wetsvoorstel ‘Wet verduidelijking beoordeling arbeidsrelaties en rechtsvermoeden’.

Consultatie

Op 6 oktober 2023 is de internetconsulatie gestart van het concept van het Wetsvoorstel ‘Wet verduidelijking beoordeling arbeidsrelaties en rechtsvermoeden’. Dit voorstel is één van de maatregelen waarmee het kabinet schijnzelfstandigheid wil bestrijden zodat sneller duidelijk is of sprake is van een werknemer of van een opdrachtnemer. De internetconsultatie eindigt op 10 november 2023.

Deze consultatie is een vervolg op de in de voortgangsbrief aangekondigde verduidelijking van het gezagscriterium en de introductie van een rechtsvermoeden. In het wetsvoorstel is ook het eerdere oordeel van de Hoge Raad inzake de fietskoeriers van Deliveroo verwerkt.

Met het wetsvoorstel wil de wetgever bereiken dat voor de praktijk meer duidelijkheid ontstaat wanneer een werkrelatie kwalificeert als een dienstbetrekking en waanneer een werkrelatie kwalificeert als het werken als een zelfstandige. Met het wetsvoorstel wil de wetgever zogenoemde schijnzelfstandigheid bestrijden. Schijnzelfstandigheid leidt enerzijds tot oneerlijke concurrentie tussen werkgevers en opdrachtgevers en anderzijds tot oneerlijke concurrentie tussen werknemers en zelfstandigen. 

Verduidelijking beoordeling arbeidsrelaties

De wettelijke norm om werknemers van zelfstandigen te onderscheiden is op dit moment een open norm die door de jurisprudentie wordt ingevuld. Of sprake is van een arbeidsrelatie wordt op basis van feiten en omstandigheden bepaald.

In het wetsvoorstel wordt de open norm ingevuld met enkele hoofdelementen zoals ‘werkinhoudelijke aansturing’, ‘organisatorische inbedding’ en ‘eigen rekening en risico’. Deze hoofdelementen moeten worden getoetst en vervolgens tegen elkaar worden afgewogen via een soort van ABC-formule

A. Werkinhoudelijke aansturing. Dit hoofdelement betreft in de eerste plaats de ‘klassieke’ gezagsverhouding waarbij de opdrachtgever aanwijzingen en instructies kan geven zoals dat bij werknemers gebruikelijk is. Dit kan fysiek maar ook op basis van regelgeving of met hulpmiddelen zoals algoritmes. In de tweede plaats betreft dit hoofdelement wijze waarop de werkzaamheden worden beoordeeld. Opdrachtnemers worden anders beoordeeld dan werknemers. Er is sprake van in dienst van als werk wordt verricht onder inhoudelijke aansturing. Hoe moet het werk worden uitgevoerd en de werkgever kan ingrijpen en controleren. Mogen de werkzaamheden naar eigen inzicht worden verricht.

B. Organisatorische inbedding. Worden de werkzaamheden binnen de organisatorische structuur van de opdrachtgever verricht. Wat zijn de afspraken inzake gebruik materialen, bedrijfsmiddelen, gereedschap en kantoorartikelen. Sluiten de werkzaamheden van de opdrachtnemer nauw aan bij de kernactiviteiten van de opdrachtgever? Verrichten de werknemers dezelfde werkzaamheden als de opdrachtgever en hebben de werkzaamheden een structureel karakter? Het werk of de werknemer zijn organisatorisch ingebed. De werkzaamheden behoren tot de kernactiviteiten van de organisatie. Of de werkzaamheden worden zij aan zij verricht en dit alles gebeurt binnen hetzelfde organisatorische kader.

  • Als er sprake is van A of B dan bestaat hoogstwaarschijnlijk een arbeidsovereenkomst. 
  • Dit moet worden afgewogen tegen C.

C. Werken voor eigen rekening en risico. Wie geniet de financiële resultaten en wie heeft de financiële risico’s. Wie heeft het debiteuren en aansprakelijkheidsrisico. Wie verricht de investeringen? Wie is verantwoordelijk voor gereedschap, hulpmiddelen zoals software en materialen. Heeft de opdrachtnemer specifieke kennis en ervaring.

Nadat op basis van de indicaties per hoofdelement een conclusie is getrokken, moeten deze ten opzichte van elkaar worden gewogen. Als de hoofdelementen A of B duiden op een gezagsverhouding, kan worden bezien of C voldoende tegengewicht biedt om tot een andere conclusie te komen. De werknemer verricht het werk niet voor eigen rekening en risico? Bij wie liggen de financiële risico's en resultaten? Wie verzorgt de hulpmiddelen. Wordt zelfstandig naar buiten getreden.

  • C weegt zwaarder dan A en B: geen arbeidsovereenkomst. 
  • A en B wegen zwaarder dan C: er is een arbeidsovereenkomst
  • A en B zijn gelijk aan c.q. in evenwicht met C 
  • Komt men er niet uit dan het C-plus-criterium.

In veel voorkomende gevallen en in specifieke functies maakt de opdrachtnemer gebruik van werk- en hulpmiddelen van de gemeente c.q. opdrachtgever. Hij werkt met een computer op systemen van de gemeente om de werkzaamheden voor de gemeente c.q. opdrachtgever te verzorgen. 

C-plus criterium. Hoe werkt de persoon doorgaans in het economische verkeer. Wat doet de persoon verder. Gedraagt de persoon zich als ondernemer zoals inschrijving bij Kamer van Koophandel, heeft de persoon een website, acquisitie. In lagere wetgeving volgt een uitwerking.

Voor een uitgebreide toelichting. Zie bladzijde 37 en 38 van de Memorie van Toelichting. Klik hier

Rechtsvermoeden uurtarief

Voor werkenden die tegen een vergoeding van minder dan 32,24 euro (peildatum 1 juli 2023) per uur werken geldt een civielrechtelijk rechtsvermoeden dat sprake is van een arbeidsovereenkomst. Het uurloon van 32,24 euro is gebaseerd op een berekening van 120% van het minimumloon.

De opdrachtgever kan vervolgens aantonen dat géén sprake is van een arbeidsovereenkomst. Het rechtsvermoeden geldt enkel civielrechtelijk. De werkende moet zich op het rechtsvermoeden beroepen. Het rechtsvermoeden geldt niet in relatie tot de Belastingdienst, pensioenuitvoerders of het UWV.

Inwerkingtreding

De wetgever wil de wet op 1 juli 2025 in werking laten treden. De wet gaat gelden vooralsnog voor de bestaande en de nieuwe afspraken. Zoals wij begrijpen is geen overgangsrecht voorzien.

Belastingdienst 

Functievervanging in verband ziekte, verlof, zwangerschap en vakantie betreft volgens de Belastingdienst in feite een arbeidsdienstverband. Maakt een functie onderdeel uit van een organisatieverband en wordt ingeleend dan zal volgens de Belastingdienst in beginsel sprake zijn van een arbeidsverhouding.

Documenten en publicaties

  • Wetsvoorstel ‘Wet verduidelijking beoordeling arbeidsrelaties en rechtsvermoeden’. Klik hier
  • Memorie van toelichting 'MvT Verduidelijking beoordeling arbeidsrelaties en rechtsvermoeden'. Klik hier
  • Arrest Hoge Raad in zaak ‘Deliveroo’, 24 maart 2023, 21/02090. Klik hier

Dit bericht is opgesteld door de redactie van Taxnavigator/eindredactie mr. dr. J.J.P. (Joep) Swinkels. Voor meer informatie: info@taxnavigator.nl. © Copyright Taxnavigator BV/Nestor Business Media BV/Nestor Media Groep. Ter zake van onze fiscale dienstverlening en berichtgeving gelden algemene voorwaarden en hetgeen wordt vermeld in de colofon.