Nieuws

BTW: BCF: Belastingrente: Spiegelcorrecties: Verschuivingen btw en BTW-compensatiefonds

Geplaatst: 23 augustus 2023
Kenmerk: 2023.50643

BTW: BCF: Belastingrente: Spiegelcorrecties: Verschuivingen btw en BTW-compensatiefonds

In dit nieuwsbericht informeren wij u over de Internetconsultatie Eindejaarsregeling 2023 inzake de verschuldigdheid van belastingrente.

2.6 Belastingrente en BTW-compensatiefonds

Met voorliggende wijziging van de Uitvoeringsregeling Algemene wet inzake rijksbelastingen 1994 (UR AWR 1994) wordt uitvoering gegeven aan de delegatiegrondslag die is opgenomen in de bepaling die de mogelijkheid biedt dat de inspecteur in bepaalde situaties overgaat tot de vermindering van belastingrente. Deze bepaling is ingevolge de Fiscale verzamelwet 2023 vanaf 1 januari 2023 opgenomen in de Algemene wet inzake rijksbelastingen (AWR). De hoofdregel is hierbij dat voor zover gedurende het tijdvak waarover de belastingrente wordt berekend het te betalen bedrag aan belasting reeds is geheven, dan wel op aangifte is voldaan of afgedragen, de inspecteur de belastingrente die over dat gedeelte van het tijdvak in rekening wordt gebracht, kan verminderen naar evenredigheid van het reeds geheven, dan wel voldane of afgedragen bedrag. Hiermee is de mogelijkheid gecreëerd om, meer dan voorheen, maatwerk te kunnen leveren bij het berekenen van de belastingrente. Het idee achter de bepaling is dat het mogelijk wordt gemaakt om bij het berekenen van belastingrente rekening te houden met periodes waarin (een deel van)
het te betalen bedrag aan belasting (of premies volksverzekeringen) reeds was geheven, dan wel voldaan of afgedragen.

Op grond van de hiervoor genoemde delegatiegrondslag kunnen bij ministeriële regeling situaties worden aangewezen waarin het te betalen bedrag aan belasting geacht wordt reeds te zijn geheven, dan wel op aangifte te zijn voldaan of afgedragen en waarop aldus de bij de Fiscale verzamelwet 2023 geïntroduceerde bepaling van toepassing is. Het gaat hierbij om situaties die sterk lijken op de hiervoor bedoelde situaties, maar die niet onder de letterlijke bepaling vallen omdat geen sprake is van “het te betalen bedrag aan belasting” (dat reeds was geheven, dan wel op aangifte voldaan of afgedragen). In de huidige UR AWR 1994 is reeds een drietal van dit soort
situaties aangewezen. Met de voorliggende wijziging worden hieraan twee situaties toegevoegd, die spiegelbeeldig aan elkaar zijn.

Met deze regeling wordt de situatie toegevoegd waarin sprake is van een bedrag aan omzetbelasting dat ten onrechte in aftrek is gebracht waarna een naheffingsaanslag omzetbelasting met een te betalen bedrag aan belastingrente volgt, terwijl in plaats van die aftrek, onderscheidenlijk een gedeelte daarvan, recht bestond op een corresponderende bijdrage uit het fonds als bedoeld in de Wet op het BTW-compensatiefonds (hierna: het BCF). Doorgaans wordt bij
het (alsnog) ontvangen van die bijdrage uit het BCF geen belastingrente vergoed. In dit soort situaties heeft een belanghebbende dus, anders gezegd, aanspraak gemaakt op “het verkeerde potje”; er bestond recht op een bijdrage uit het BCF, maar in plaats daarvan is gebruik gemaakt van een (onterechte) aftrek van omzetbelasting. Op basis van de voorgestelde bepaling wordt het verschuldigde bedrag aan belasting (ten aanzien van de omzetbelasting) geacht reeds te zijn
voldaan of afgedragen voor zover ten aanzien van dat bedrag recht bestond op een daarmee corresponderende bijdrage uit het BCF. Het in rekening gebrachte bedrag aan belastingrente kan in zoverre worden verminderd.

Voorbeeld I
Een gemeente heeft ten onrechte een bedrag in aftrek gebracht als voorbelasting in de aangifte omzetbelasting, terwijl in plaats daarvan recht bestond op een bijdrage uit het BCF. Dit wordt gecorrigeerd door de inspecteur en er volgt een naheffingsaanslag voor de omzetbelasting en een corresponderende teruggaaf uit het BCF. Over het bedrag van de naheffingsaanslag omzetbelasting wordt belastingrente in rekening gebracht, terwijl over de corresponderende teruggaaf uit het BCF
geen belastingrente wordt vergoed. Op basis van de voorgestelde bepaling is de gemeente alleen over de betaaltermijn van de naheffingsaanslag omzetbelasting (twee weken) belastingrente verschuldigd.

Ook de hieraan spiegelbeeldige situatie wordt aan deze regeling toegevoegd. Dat betreft de situatie waarin een ten onrechte een bijdrage uit het BCF is ontvangen, waarna een beschikking BCF met een te betalen bedrag aan belastingrente volgt, terwijl in plaats van die bijdrage, onderscheidenlijk een gedeelte daarvan, recht bestond op een daarmee corresponderende teruggaaf van omzetbelasting. Ook hier geldt dat over het ontvangen bedrag aan omzetbelasting doorgaans geen belastingrente wordt vergoed.

Voorbeeld II
Een gemeente heeft ten onrechte een bedrag aan omzetbelasting in aanmerking genomen voor een bijdrage uit het BCF, terwijl er in plaats daarvan recht op aftrek bestond in de omzetbelasting. Dit wordt gecorrigeerd, er volgt een beschikking te betalen BCF en er wordt een teruggaaf in de omzetbelasting verleend. Over het bedrag van de beschikking BCF wordt belastingrente in rekening gebracht, terwijl over de corresponderende teruggaaf die volgt in de omzetbelasting wordt doorgaans geen rente vergoed. Op basis van de voorgestelde bepaling is de gemeente alleen over de betaaltermijn van de beschikking BCF omzetbelasting (twee weken) belastingrente
verschuldigd.

Aangezien de voorgestelde situaties beiden een raakvlak hebben met de omzetbelasting geldt dat de vermindering van belastingrente, indien van toepassing, doorgaans zal moeten plaatsvinden op verzoek van de belanghebbende. Bij een dergelijk verzoek dient de belanghebbende op duidelijke en overzichtelijke wijze te vermelden ten aanzien van welke periode sprake is van belastingrente die in rekening is gebracht terwijl het te betalen bedrag aan belasting reeds is voldaan (in de zin dat er recht bestond op een bijdrage uit het BCF respectievelijk een teruggaaf omzetbelasting). Ook dient de belanghebbende aannemelijk te maken dat hij in aanmerking komt voor de vermindering van belastingrente. Als de mogelijkheid tot de vermindering van belastingrente met betrekking tot de omzetbelasting wel geautomatiseerd kan worden toegepast of als de inspecteur de mogelijkheid heeft om de bepaling ambtshalve – dat wil zeggen uit eigen beweging – handmatig toe te passen, wordt hiertoe overgegaan. In dergelijke gevallen hoeft de belanghebbende zelf geen actie te ondernemen. Geautomatiseerde toepassing van de vermindering van belastingrente
verdient uiteraard de voorkeur en de Belastingdienst streeft hier ook naar. Indien de belanghebbende het vervolgens toch niet eens is met de toegepaste vermindering van de belastingrente kan hij daartegen uiteraard opkomen door gebruik te maken van de genoemde rechtsmiddelen. 

Documenten en publicaties

Dit bericht is opgesteld door de redactie van Taxnavigator/eindredactie mr. dr. J.J.P. (Joep) Swinkels. Voor meer informatie: info@taxnavigator.nl. © Copyright Taxnavigator BV/Nestor Business Media BV/Nestor Media Groep. Ter zake van onze fiscale dienstverlening en berichtgeving gelden algemene voorwaarden en hetgeen wordt vermeld in de colofon.