Nieuws

BTW: Schoolmodellen: Het einde?

Geplaatst: 16 juni 2022
Kenmerk: 2022.45085

BTW: Schoolmodellen: Het einde?

In dit nieuwsbericht informeren wij u over de laatste ontwikkelingen inzake btw en schoolmodellen. Gelet op de tariefstijgingen van de overdrachtsbelasting lijken btw-besparende schoolmodellen vanuit financieel perspectief niet meer interessant.

1. Schoolmodel

De gemeentelijke praktijk kent reeks geruime tijd de zogenoemde btw-besparende schoolmodellen. Hoe werkt het schoolmodel?

De gemeente bouwt een nieuw schoolgebouw. Vervolgens verkoopt en levert de gemeente het nieuwe schoolgebouw voor een geringe maar niet symbolische vergoeding aan het schoolbestuur of een exploitatiestichting. De gemeente voldoet btw over de koopsom. Omdat de gemeente als btw-ondernemer handelt en de koopsom is belast met btw heeft de gemeente recht op teruggaaf van btw op de bouwkosten van het schoolgebouw. Per saldo ontstaat een btw-voordeel. Het bedrag aan btw dat wordt terugbetaald door de Belastingdienst is groter dan het bedrag aan btw dat wordt voldaan aan de Belastingdienst.

Het btw-voordeel wordt afgeroomd met de zogenoemde strafheffing overdrachtsbelasting. Een levering van een nieuw gebouw is belast met btw en de verkrijging van het nieuwe gebouw is op grond van de samenloopvrijstelling overdrachtsbelasting vrijgesteld van overdrachtsbelasting. Wordt een nieuw gebouw onder de kostprijs verkocht en geleverd aan een koper die geen btw op de btw-aangifte kan aftrekken c.q. waarvoor de btw een kostenpost is dan geldt de samenloopvrijstelling overdrachtsbelasting niet meer. De koper moet btw betalen en ook overdrachtsbelasting. De overdrachtsbelasting wordt berekend over de kostprijs van het nieuwe gebouw. De kostprijs is gelijk aan de voortbrengingskosten en de btw. Het wegvallen van de samenloopvrijstelling overdrachtsbelasting wordt ook wel aangeduid als strafheffing overdrachtsbelasting.

2. Jurisprudentie Hoge Raad

In de arresten van de Hoge Raad van 19 oktober 2018 in de zaken van de gemeente Brielle, Barendrecht en Zwijndrecht oordeelt de Hoge Raad dat tussen de vergoeding voor het schoolgebouw en de levering van het schoolgebouw geen rechtstreeks verband bestaat. In die zaken bestond volgens de Hoge Raad geen rechtstreeks verband tussen de levering van het schoolgebouw en de overeengekomen vergoeding omdat de overeengekomen vergoeding alleen betrekking had op kosten van meerwerk en extra voorzieningen die niet door de gemeente behoeven te worden bekostigd op grond van de regelgeving voor onderwijshuisvesting. Voor het schoolgebouw dat op grond van de onderwijswetgeving om niet moet worden verstrekt, werd niets betaald.

In zijn arrest in de zaak van de gemeente Strijen oordeelt de Hoge Raad dat wel een direct verband bestaat tussen de lage vergoeding en de levering van een schoolgebouw als het schoolgebouw voor een geringe vergoeding wordt geleverd aan een woningstichting. Het verwijzingshof moet van de Hoge Raad oordelen of sprake is van misbruik van recht.

In het arrest in de zaak van de voormalige gemeente Haren oordeelt de Hoge Raad dat het van algemene bekendheid is dat gemeenten met betrekking tot onroerende zaken (bebouwd en onbebouwd) economische activiteiten verrichten en daarvoor btw-ondernemer zijn. Dergelijke werkzaamheden worden door gemeenten als handelaar, bouwer en/of bouwheer verricht en kunnen naar hun aard door elke marktdeelnemer worden verricht. Dat geen kostendekkende vergoeding wordt ontvangen, sommige werkzaamheden worden verzorgd in verband met wettelijke verplichtingen en geen gezonde bedrijfsvoering wordt gevoerd, staat het btw-ondernemerschap volgens de Hoge Raad niet in de weg. Het verwijzingshof moet een oordeel geven of sprake is van een rechtstreeks verband tussen de levering en de tegenprestatie. Daarnaast moet worden beoordeeld of sprake is van misbruik van recht.

3. Strafheffing overdrachtsbelasting

Inmiddels is het tarief van de overdrachtsbelasting gestegen van 6% naar 8%, wordt het tarief 9% en ligt een verdere stijging in het verschiet naar 10,1%. Wat betekent deze stijging voor het btw-schoolmodel dat de voormalige gemeente Strijen heeft toegepast?

De (voormalige) gemeente Strijen heeft een brede school gebouwd voor de huisvesting van twee basisscholen, een peuterspeelzaal en een kinderdagverblijf. De bouwkosten van de school bedroegen € 5.274.433 inclusief BTW. De gemeente verkoopt en levert de school aan een woningstichting voor € 550.000 exclusief een bedrag van € 104.500 aan btw. Naast btw is de woningstichting ook € 316.466 (6% van € 5.274.433,30) aan strafheffing overdrachtsbelasting verschuldigd. De gemeente heeft recht heeft op teruggaaf van € 628.320 aan BTW op de bouwkosten van de school.

  • Belastingvoordeel bij een tarief van 6% bedraagt: € 207.354 (€ 628.320 minus € 104.500 minus € 316.466 (6% van € 5.274.433))
  • Belastingvoordeel bij een tarief van 8% bedraagt: €101.866 (€ 628.320 minus € 104.500 minus € 421.9554 (8% van € 5.274.433))
  • Belastingvoordeel bij een tarief van 9% bedraagt: € 49.121 (€ 628.320 minus € 104.500 minus € 474.699 (€ 316.466 (9% van € 5.274.433))
  • Belastingvoordeel bij een tarief van 10,1% bedraagt: -/- € 8.897 (€ 628.320 minus € 104.500 minus € 532.717 (€ 316.466 (10,1% van € 5.274.433))

Wij concluderen dat met een schoolmodel geen financieel meer kan worden gerealiseerd. Daarnaast speelt het vraagstuk inzake de reikwijdte van het Didam-arrest.

Dit bericht is opgesteld door de redactie van Taxnavigator/eindredactie mr. dr. J.J.P. (Joep) Swinkels. Voor meer informatie: info@taxnavigator.nl. © Copyright Taxnavigator BV/Nestor Business Media BV/Nestor Media Groep. Ter zake van onze fiscale dienstverlening en berichtgeving gelden algemene voorwaarden en hetgeen wordt vermeld in de colofon.