Nieuws

Wet DBA: Onderzoek varianten kwalificatie arbeidsrelatie

Geplaatst: 27 mei 2017
Kenmerk: 2017.02911

Wet DBA: Onderzoek varianten kwalificatie arbeidsrelatie

Op 22 mei 2017 is het rapport ‘Onderzoek varianten kwalificatie arbeidsrelatie’ aan de Tweede Kamer aangeboden. Bijgaand treft u een korte samenvatting van het rapport aan. Voor het openen van het rapport: klik hier.

Achtergrond

De Wet DBA leidt tot veel onrust en onzekerheid. De Wet DBA sluit niet overal aan bij de (in de praktijk) gewenste uitkomst. Dit geldt in het bijzonder ter zake van het verrichten van arbeid en de gezagsverhouding. De Staatssecretaris van Financiën heeft in de tweede voortgangsrapportage Wet DBA aangekondigd te onderzoeken hoe aan de criteria ‘vrije vervanging’ en ‘gezagsverhouding’ een concretere en nadere invulling kan worden gegeven zodat deze criteria beter aansluiten bij het maatschappelijk beeld van de arbeidsrelatie. De doelstellingen van de Wet DBA zoals het in balans brengen van de verantwoordelijkheden van de opdrachtgever en opdrachtgever alsmede het bestrijden van schijnzelfstandigheid worden breed onderschreven. Een ambtelijke werkgroep heeft tien beleidsvarianten voor de Wet DBA gepresenteerd. De werkgroep benadrukt dat het voor alle partijen van belang is dat het huidige uitstel van handhaving snel wordt beëindigd en er helderheid komt. Het vervolg hangt af van de keuzes die een nieuw kabinet maakt. Het rapport wordt dan ook aangeboden aan de informateur ten behoeve van de formatieonderhandelingen.

Beleidsvarianten

De tien beleidsvarianten richten zich op de sociaalrechtelijke en fiscaalrechtelijke dienstbetrekking. Aanpassing van de definitie van een arbeidsovereenkomst in het Burgerlijk Wetboek is in geen van de beleidsvarianten aan de orde.

Tien beleidsvarianten voor de Wet DBA

De tien beleidsvarianten kunnen worden verdeeld in twee groepen. De beleidvarianten A tot en met D betreffen de uitvoering en de handhaving van de Wet DBA. De beleidsvarianten E tot en met J vereisen aanpassing van wettelijke criteria.

Variant A: Handhaven per 1 januari 2018.Overgaan tot handhaven per 1 januari 2018 (nuloptie)

Variant B: Instrument bepalen status arbeidsrelatie. Een standpunt over de status van een arbeidsrelatie. Dit standpunt kan worden bepaald met behulp van een webmodule die door de opdrachtgever wordt ingevuld en de opdrachtgever rechtszekerheid verschaft.

Variant C: Set indicatoren in de handhaving. In deze variant bepaalt een beperkte set van criteria zoals duur van de overeenkomst, tarief en de vraag of sprake is van kernactiviteiten, wanneer in ieder geval wel sprake is van een dienstbetrekking. Voor zekerheid of buiten dienstbetrekking wordt gewerkt is aanvullende informatie nodig zoals een modelovereenkomst.

Variant D: Rechtsvermoeden voor het ontbreken van een dienstbetrekking. In deze variant bepaalt bovengenoemde set van criteria ten behoeve van de handhaving wanneer in ieder geval geen sprake is van een dienstbetrekking.

Variant E: Nadere invulling van het criterium ‘persoonlijk verrichten van arbeid’. In deze variant kan in de fiscaliteit en sociale zekerheid ook sprake zijn van een dienstbetrekking als er geen verplichting is tot het persoonlijk verrichten van arbeid, maar de arbeid feitelijk wel (voor een deel) persoonlijk wordt verricht.

Variant F: Het aanpassen van fictieve dienstbetrekkingen in de werknemersverzekeringen en de loonbelasting. Fictieve dienstbetrekking met uitzondering voor ondernemers. Een fictieve dienstbetrekking houdt in dat bepaalde groepen werkenden die civielrechtelijk gezien geen arbeidsovereenkomst hebben voor de loonbelasting en de werknemersvoorzieningen wel als werknemers worden beschouwd.

Variant G: Sectorale eis van arbeidsovereenkomst. In deze variant kan voor bepaalde functiegroepen in bepaalde sectoren, worden bepaald dat deze alleen op basis van een arbeidsovereenkomst vervuld kunnen worden.

Variant H: Opt-out van de loonheffingen en werknemersverzekeringen. Werkenden die aan bepaalde criteria (duur van de overeenkomst en tarief) voldoen, kunnen ervoor kiezen niet onder het regime van de loonheffingen en werknemersverzekeringen te vallen.

Variant I: Ondernemersverklaring. Aan een selectieve groep ondernemers kan een ondernemersverklaring worden afgegeven, die opdrachtgevers vrijwaart van de loonheffing en werknemersverzekeringen.

Variant J: Gelijke beloning opdrachtnemers en werknemers. In deze variant wordt in de wet bepaalt dat de beloning van opdrachtnemers gelijk moet zijn aan die van werknemers.

De meeste varianten sluiten elkaar niet uit zodat het kabinet ook verschillende varianten kan combineren. De werkgroep merkt op dat geen van de beleidsvarianten alle problemen wegneemt. De oorzaak is het spanningsveld tussen de verschillende kaders, zoals: maatwerk (recht doen aan de maatschappelijke diversiteit), bescherming van de zwakkere partij, duidelijkheid, bevorderen van ondernemerschap, solidariteit en de noodzaak tot handhaving.

Gemeentelijke praktijk

Het huidige uitstel van de handhaving van de Wet DBA blijft tot tenminste 1 januari 2018 bestaan. Een volgende stap wordt pas gezet door een nieuw kabinet. Het rapport geeft een goed inzicht in de keuzes die een nieuw kabinet kan maken om tot een betere oplossing te komen voor gemeenten en zzp'ers.