Nieuws

BTW: BCF: Hof van Justitie: Vergoeding van rente bij spiegelcorrectie: Irimirente

Geplaatst: 23 februari 2024
Kenmerk: 2024.47355

BTW: BCF: Hof van Justitie: Vergoeding van rente bij spiegelcorrectie: Irimirente

In dit nieuwsbericht informeren wij u over een uitspraak van het Hof van Justitie van 22 februari 2024 in de zaak van de gemeente Dinkelland over de vergoeding van rente in verband met een spiegelcorrectie vanwege aanpassing gemeentelijk mengpercentage.

1. Korte samenvatting

De gemeente heeft geen recht op vergoeding van rente als door de Belastingdienst btw wordt terugbetaald die door een vergissing bij de gemeente niet direct maar later is teruggevraagd.  

2. Feiten en uitgangspunten 

De gemeente Dinkelland (hierna ook: de gemeente) heeft afspraken gemaakt over de berekening van het gemeentelijk mengpercentage. Het mengpercentage is bepaald op 97,3 (BCF), 1% BTW en 1,7% (KVH). In verband met de wijziging van het BBV is de administratie van de gemeente aangepast. Het gemeentelijk mengpercentage moet worden berekend via een nieuwe methode. Het mengpercentage met ingang van 1 januari 2016 is 90,77% BCF, 8,23% BTW en 1% (KVH). De gemeente moet bij het BTW-compensatiefonds gecompenseerde btw terugbetalen. De gemeente heeft recht op aftrek van btw via de btw-aangifte.

De Belastingdienst verleent btw-teruggaven voor alle jaren en vergoedt op grond van artikel 30ha van de Algemene wet inzake rijksbelastingen, c.q. de AWR rente gerekend vanaf 8 weken na indiening van het verzoek. De rente wordt vergoed over het tijdvak acht weken na het verzoek om teruggaaf van btw en eindigt 14 na de dagtekening van de btw-teruggaafbeschikking. 

De gemeente wil op grond van artikel 28c van de Invorderingswet rente vergoed (ook wel ‘Irimie-rente’ genoemd) hebben vanaf het moment dat het recht op teruggaaf van btw ontstond. Het tijdstip waarop het verzoek om teruggaaf van btw is ingediend is niet relevant. De Belastingdienst neemt dat het alsnog claimen van voorbelasting c.q. btw op kosten niet betekent dat btw is geheven. Vergissingen van de gemeente zouden niet mogen leiden tot aanvullende rentevergoeding naast de vergoeding van belastingrente. 

3. Prejudiciële vragen Rechtbank Gelderland

Rechtbank Gelderland oordeelt dat btw geheven is wanneer een teruggaaf wordt verleend, maar twijfelt ook btw is geheven in strijd met het Unierecht. De rechtbank heeft daarom besloten de volgende vragen voor te leggen aan het HvJ EU:

De rechtbank:  verzoekt het Hof van Justitie de volgende vragen over de uitleg van het Unierecht te beantwoorden:

1. Dient de rechtsregel, dat vertragingsrente moet worden vergoed omdat recht bestaat op teruggaaf van in strijd met het Unierecht geheven belasting, aldus te worden uitgelegd dat, ingeval aan een belastingplichtige een teruggaaf van omzetbelasting is verleend, aan die belastingplichtige vertragingsrente moet worden vergoed, in de situatie dat:

a. de teruggaaf het gevolg is van vergissingen in de administratie van de belastingplichtige, zoals omschreven in deze uitspraak, en waarvan de inspecteur geen enkel verwijt kan worden gemaakt;

b. de teruggaaf het gevolg is van een herberekening van de verdeelsleutel voor de aftrek van omzetbelasting op algemene kosten, onder de omstandigheden zoals omschreven in deze uitspraak?

2. Als vraag 1. bevestigend wordt beantwoord, vanaf welke dag bestaat in die gevallen recht op vergoeding van vertragingsrente?

- houdt iedere verdere beslissing aan en schorst het geding totdat het Hof van Justitie naar aanleiding van vorenstaand verzoek uitspraak heeft gedaan.

De vragen komt kort samengevat neer op de vraag of de gemeente recht heeft op vergoeding van rente vanaf het moment dat de gemeente over de btw c.q. het geld kan beschikken als de gemeente correct had voldaan aan de fiscale verplichtingen c.q. de btw correct had verwerkt.

De gemeente dient op 6 juli 2020 een verzoek in voor teruggaaf van btw over 2017. De teruggaaf wordt op 14 juli 2022 verleent. De gemeente krijgt rente vergoed over het tijdvak 31 augustus 2020 (8 weken na 6 juli 2020) tot 28 juli 2022. De gemeente wil ook een rentevergoeding over 2017, 2018, 2019 en geheel 2020.

4. Hof van Justitie

Het Hof van Justitie oordeelt in zijn arrest van 22 februari 2024 in zaak C-674/22 (Gemeente Dinkelland):  

"Het Unierecht moet aldus worden uitgelegd dat het niet de verplichting oplegt om rente aan een belastingplichtige te betalen vanaf de betaling van een bedrag aan belasting over de toegevoegde waarde (btw) dat vervolgens door de belastingdienst wordt terugbetaald, wanneer die teruggaaf deels het gevolg is van de vaststelling dat de belastingplichtige wegens fouten in zijn boekhouding zijn recht op aftrek van voorbelasting voor de betrokken jaren niet volledig heeft uitgeoefend, en deels het gevolg is van een wijziging, met terugwerkende kracht, van de berekeningsmodaliteiten van de aftrekbare btw over de algemene kosten van de belastingplichtige, indien deze modaliteiten onder zijn uitsluitende verantwoordelijkheid zijn vastgesteld".

Documenten en publicaties

  • Arrest Hof van Justitie d.d. 22 februari 2024 in zaak C-674/22 (Gemeente Dinkelland). Klik hier
  • Uitspraak Rechtbank Gelderland d.d. 26 oktober 2022, nr. AWB 21/4536. Klik hier

Dit bericht is opgesteld door de redactie van Taxnavigator/eindredactie mr. dr. J.J.P. (Joep) Swinkels. Voor meer informatie: info@taxnavigator.nl.© Copyright Taxnavigator BV/Nestor Business Media BV/Nestor Media Groep. Ter zake van onze fiscale dienstverlening en berichtgeving gelden algemene voorwaarden en hetgeen wordt vermeld in de colofon.