Nieuws

BTW: Verhuur plus: standpunt en beleid Belastingdienst

Geplaatst: 09 maart 2021
Kenmerk: 2021.35894

BTW: Verhuur plus: standpunt en beleid Belastingdienst

In dit nieuwsbericht informeren wij u over standpunten en beleid van de Belastingdienst inzake ‘verhuurplus’.

1. Achtergrond verhuurplus

Sinds een aantal jaren kent de btw-praktijk het zogenoemde ‘verhuurplus’. Het begrip ‘verhuurplus’ is door de Hoge Raad ontwikkeld in zijn jurisprudentie. Bij verhuurplus is geen sprake van de verhuur van een onroerende zaak met extra dienstverlening. De term 'verhuurplus' is enigszins misleidend. Bij verhuurplus is verhuur van een onroerende zaak of ruimte in een onroerende zaak niet aan de orde. De exploitant faciliteert als het ware een bepaalde activiteit of werkzaamheid. De dienstverlening inzake verhuurplus is van rechtswege belast met btw. Omdat geen sprake is van verhuur is het opteren voor een met btw belaste huur ook niet aan de orde. Een bekend voorbeeld van verhuurplus is het ter beschikkingstellen van ruimte met aanvullende dienstverlening om te kunnen sporten. Het gaat de gebruiker om het gebruik van de sportfaciliteit.

COVID-19

In het kader van COVID-19 worden door de verschillende GGD’en en andere organisaties locaties gehuurd voor het verzorgen van tests, het inenten van personen en andere activiteiten. Veelal wordt ruimte ter beschikking gesteld met extra dienstverlening. Denk hierbij aan sporthallen met aanvullende dienstverlening op het gebied van bescherming tegen COVID-19. Universiteiten en onderwijsinstellingen huren ruimten in schouwburgen, bioscopen en MFA’s voor het verzorgen van onderwijs. De gemeenten en exploitanten stellen de ruimten ter beschikking met aanvullende dienstverlening zoals toezicht, schoonmaak, BHV-ondersteuning, WIFI, fietsenstalling, het verzorgen van coronaprotocollen en het streamen van colleges en lessen. Een aantal kosten worden in de huurprijs opgenomen. Een aantal kosten worden afzonderlijk in rekening gebracht zoals de inzet van extra personeel, streaming van colleges en lessen.

Beleid Staatssecretaris van Financiën

In onderdeel '7.2 Andere prestatie dan verhuur' van het Besluit 'Omzetbelasting. Levering en verhuur van onroerende zaken' van 19 september 2013, nr. BLKB2013/1686M, beschrijft de Staatssecretaris van Financiën zijn beleid.

In het Besluit wordt vermeld: "In de praktijk komen geregeld vragen op wanneer niet langer sprake is van de (vrijgestelde) verhuur van een onroerende zaak maar van een andere (belaste) prestatie.

Het enkele feit dat de prestatieverrichter aan de afnemer een onroerende zaak ter beschikking stelt, betekent niet automatisch dat de prestatie dan bestaat uit de verhuur van een onroerende zaak. Het ter beschikking stellen van een onroerende zaak kan slechts een element vormen van het verrichten van een andere prestatie, waar het de afnemer in essentie om gaat. De terbeschikkingstelling van de onroerende zaak gaat dan op in die andere prestatie. Aan de hand van de feiten en omstandigheden moet worden beoordeeld om welke prestatie het eigenlijk gaat.

Het HvJ neemt als uitgangspunt dat de verhuur van een onroerende zaak in de regel een betrekkelijk passieve activiteit is, die enkel verband houdt met het tijdsverloop en geen toegevoegde waarde van betekenis oplevert. Deze handeling moet daarom worden onderscheiden van andere activiteiten die ofwel een zakelijk-industrieel en commercieel karakter hebben (zoals de uitzonderingen van artikel 135, tweede lid, onderdeel a tot en met d, van de btw-richtlijn), ofwel een voorwerp hebben dat beter gekarakteriseerd wordt door het leveren van een prestatie dan door de enkele terbeschikkingstelling van een goed.

Enkele voorbeelden van situaties waarbij geen sprake is van de verhuur van een onroerende zaak, maar van een andere prestatie zijn:

  • het ter beschikking stellen van tolwegen (zie de hiervoor genoemde arresten Commissie tegen Ierland en Commissie tegen Verenigd Koninkrijk).
  • het laten plaatsen en exploiteren van een verplaatsbare sigarettenautomaat in een horeca-inrichting (zie het eerder genoemde Sinclair Collis arrest).
  • het exploiteren van een golfbaan (zie het eerder genoemde Stockholm Lindöpark arrest).
  • het ter beschikking stellen van de (meestal technische) infrastructuur of faciliteiten voor het verrichten van bepaalde (beroeps)activiteiten. Te denken valt aan de terbeschikkingstelling van sportaccommodaties aan sporters, videoconferencingruimtes en het ter beschikking stellen van een theaterzaal, de foyer en kleedkamers, waarbij ook theatertechnici ter beschikking worden gesteld, de licht- en geluidsinstallatie van de theaterzaal ten gebruike wordt gesteld en het bezoekend publiek wordt begeleid (HR 7 december 2012, nr. 10/02532).
  • het door beheerders van raamprostitutiebedrijven ter beschikking stellen van de faciliteiten die nodig zijn voor het beoefenen van prostitutie aan prostituees die op zelfstandige basis werkzaam zijn. De faciliteiten die de beheerder aanbiedt bestaan uit kamers die specifiek voor prostitutiebeoefening zijn ingericht en per dagdeel beschikbaar zijn en uit het bieden van een veilige en schone48 werkomgeving aan de prostituees en hun klanten. De beheerder beschikt over een vergunning tot het uitoefenen van een raamprostitutiebedrijf, op basis waarvan hij toeziet op de veiligheid van de prostituees en hun klanten (HR 23 november 2012, nr. 11/03 325, HR 30 november 2012, nr. 11/02842 en HR 30 november 2012, nr. 10/05559)).
  • het zogenoemde inscharingsrecht dat uitsluitend recht geeft op het laten grazen van dieren op grasland. Vanwege de beperkte reikwijdte van het inscharingsrecht is geen sprake van een exclusief gebruiksrecht zoals hiervoor bedoeld.

Bij de tussentijdse overdracht van een verhuurde onroerende zaak door de oude verhuurder aan een nieuwe verhuurder komt het voor dat de lopende huurtermijn tussen hen wordt verrekend. Aan de huursomverrekening tussen de oude en de nieuwe eigenaar/verhuurder ligt geen (verhuur)prestatie ten grondslag. De huursomverrekening vormt een verrekening van de kosten en opbrengsten van het pand tussen de overdrager en de verkrijger".

Voor raadplegen onderdeel '7.2 Andere prestatie dan verhuur' van het Besluit 'Omzetbelasting. Levering en verhuur van onroerende zaken' van 19 september 2013, nr. BLKB2013/1686M. Klik hier.

Standpunten Belastingdienst

Uit correspondentie van de Belastingdienst maken wij op dat de Belastingdienst ter zake van ‘verhuurplus’ het volgende beleid hanteert. In de eerste plaats moet volgens de Belastingdienst worden beoordeeld of sprake is van een onsplitsbare prestatie. Als sprake is van een onsplitsbare prestatie moet worden bekeken of de verhuur van ruimte de overwegende prestatie is. Als de terbeschikkingstelling van ruimte het overheersende element is dan is volgens de Belastingdienst sprake van verhuur ondanks de andere handelingen. De verhuur van een onroerende zaak is volgens de Belastingdienst dan het voorwerp van de dienst. Als het karakter van de prestatie wordt gedomineerd door de andere handelingen dan is geen sprake van huur van een onroerende zaak. Als geen van de handelingen overheerst dan is volgens de Belastingdienst sprake van een samenstel van gelijkwaardige handelingen en ontstaat een andersoortige prestatie die volgens de Belastingdienst evenmin als verhuur kan worden gekwalificeerd.

Hoe ga je duiden welke prestatie overheersend is? Vanuit wiens perspectief wordt dit beoordeeld?

Gemeentelijke praktijk

Vaak wordt door gemeenten en exploitanten het standpunt ingenomen dat sprake is van verhuurplus. Het gebruik van de ruimte c.q. de dienstverlening is belast met btw. De gemeente en de exploitant factureren btw en kunnen de btw op de kosten in aftrek nemen c.q. verrekenen op de btw-aangifte. Wat vaak wordt vergeten is dat de Belastingdienst ook het standpunt kan innemen dat sprake is verhuurplus waardoor ter zake van btw-vrije omzet alsnog btw is verschuldigd. Kortom, 'verhuurplus' kan leiden tot een belastingbesparing maar ook tot extra kosten van btw.

In de bijeenkomst 'Fiscale actualiteiten voor gemeentelijke praktijk' die Fiscaal Vanmorgen op 16 maart 2021 organiseert besteden wij ook uitgebreid aandacht aan 'verhuurplus'. Klik hier

Dit bericht is opgesteld door de redactie van Taxnavigator/eindredactie mr. dr. J.J.P. (Joep) Swinkels. Voor meer informatie: info@taxnavigator.nl. © Copyright Taxnavigator/Nestor Business Media BV/Nestor Media Groep. Ter zake van onze fiscale dienstverlening en berichtgeving gelden algemene voorwaarden en hetgeen wordt vermeld in de colofon.