Nieuws

Beantwoording kamervragen - fiscale maatregelen ivm Corona

Geplaatst: 17 juni 2020
Kenmerk: 2020.27641

Beantwoording kamervragen - fiscale maatregelen ivm Corona

Brief Belastingdienst d.d. 15 juni 2020, nr. 2020-0000101400 inzake Beantwoording Kamervragen van een schriftelijk overleg over de fiscale maatregelen getroffen i.v.m. het coronavirus en uitstel van betaling voor ondernemers (met een g-rekening) en uitstel heffing EB/ODE

Voor raadplegen brief d.d. 15 juni 2020, nr. 2020-0000101400. Klik hier

7. Versoepeling nakoming administratieve verplichtingen en behandeling van vaste reiskostenvergoedingen in de loonheffingen

Toepassing anoniementarief

Het anoniementarief bij het niet tijdig kunnen identificeren van een nieuwe werknemer behoeft ook niet te worden toegepast voor een buitenlandse werknemer die in Nederland werkt of komt werken.

In de situatie dat een werkgever wel een identiteitsbewijs in zijn administratie heeft bewaard, maar ten tijde van de crisis de identiteit redelijkerwijs niet kon verifiëren, kon hij gedurende die periode ervoor kiezen het anoniementarief niet toe te passen. De werkgever moet dit corrigeren en alsnog het anoniementarief toepassen als verificatie mogelijk is maar achterwege blijft of leidt tot de conclusie dat de werknemer een ander is dan het identiteitsbewijs aangeeft. Het uiteindelijk niet vaststellen van de identiteit leidt vanaf het moment dat de werkgever na de bijzondere periode constateert dat de werknemer en de foto van de persoon op het identiteitsbewijs aan de hand waarvan de identificatie heeft plaatsgevonden niet dezelfde persoon zijn of vanaf het moment dat de werkgever dit redelijkerwijs had kunnen vaststellen, tot de conclusie dat vanaf de eerste loonbetaling het anoniementarief moet worden toegepast. Het is daarmee wel denkbaar dat bij kortdurende dienstverbanden, waar de werkgever wel een afschrift van een identiteitsbewijs in de loonadministratie heeft opgenomen, toepassing van het anoniementarief achterwege blijft als door vertrek van de werknemer de werkgever er in redelijkheid niet meer aan toekomt fysiek te verifiëren dat het identiteitsbewijs de tijdelijke werknemer betreft. De maatregel werkt door naar de inleners- en ketenaansprakelijkheid.

Doorbetalen reiskostenvergoeding

De maatregel voor de vaste reiskostenvergoeding geldt gedurende de werking van het beleidsbesluit en daarmee tot het moment dat de maatregel wordt ingetrokken. Dit betreft het kunnen doorbetalen van de vaste reiskostenvergoeding zonder dat feitelijk sprake is van woon-werkverkeer. De werkgever hoeft de vergoeding dus niet stop te zetten ondanks dat sprake is van een aaneengesloten periode van ten minste zes weken dat niet gereisd wordt tussen de woonplaats en de arbeidsplaats. Niet geheel duidelijk is hoe de geldigheidsduur van de regeling zich verhoudt tot de hierna genoemde gehanteerde looptijd voor de diverse fiscale maatregelen, namelijk tot 1 oktober 2020. Vooralsnog lijkt het beleidsbesluit ook te gelden tot 1 oktober 2020.

8. Overige

Gehanteerde periode voor de maatregelen

Bij het verlengen van de maatregelen in het noodpakket heeft het kabinet besloten de gehanteerde periodes voor de diverse fiscale maatregelen zoveel mogelijk tot een uniforme datum te verlengen, namelijk tot 1 oktober 2020.

Verruiming werkkostenregeling

De vrije ruimte is in 2020 voor de eerste € 400.000 van de fiscale loonsom per werkgever verhoogd van 1,7% naar 3%. Deze extra financiële ruimte kan de werkgever zowel gebruiken voor de verbetering van de thuiswerklocatie van zijn werknemers als voor een specifieke voorziening waarop een gerichte vrijstelling niet van toepassing zou zijn. De verruiming van de vrije ruimte kan door werkgevers benut worden om belastingdruk en administratieve lasten te verlagen. Vanuit verschillende kanten is aangegeven dat werkgevers behoefte hebben om hun werknemers extra vergoedingen en verstrekkingen te geven in geval van ziekte van de werknemer of zijn naasten, maar ook vanwege de extra inzet of flexibiliteit die van hen gevraagd wordt door de coronacrisis. Het kabinet zorgt er met de eenmalige verruiming van de vrije ruimte van de werkkostenregeling voor dat werkgevers administratief eenvoudig en met een lagere belastingdruk extra vergoedingen en verstrekkingen kunnen doen.

Werkkostenregeling en thuiswerken

Veel werkgevers hebben in verband met de beperkende maatregelen door de coronacrisis hun werknemers conform het advies van de regering opgedragen waar mogelijk thuis te werken. De werkkostenregeling kent verschillende gerichte vrijstellingen die de werkgever bij deze omstandigheden kan inzetten. Zo kan een werkgever via het noodzakelijkheidscriterium bijvoorbeeld onbelast een laptop, een smartphone en een printer vergoeden, verstrekken of ter beschikking stellen aan de werknemer. Naast voorzieningen die met het noodzakelijkheidscriterium zijn vrijgesteld kan de werkgever ook een gerichte vrijstelling voor hulpmiddelen gebruiken. Onder deze hulpmiddelen kunnen computers en dergelijke apparatuur vallen die niet voldoen aan het noodzakelijkheidscriterium, maar ook bijvoorbeeld kantoorbenodigdheden. Ook kent de werkkostenregeling een gerichte vrijstelling voor Arbovoorzieningen. Via deze vrijstelling kan de werkgever voorzieningen die samenhangen met zijn verplichtingen op grond van de Arbeidsomstandighedenwet onbelast vergoeden, verstrekken of ter beschikking stellen aan de werknemer. Bij verplicht thuiswerken kan een werkgever bijvoorbeeld een beeldscherm, een toetsenbord en een werkstoel aan de werknemer vergoeden, verstrekken of ter beschikking stellen, mits die voldoen aan de eisen die de Arbeidsomstandighedenwet stelt aan beeldschermarbeid. De werkgever heeft op grond van deze wet de verplichting erop toe te zien dat de werknemer thuis goed en veilig kan werken.

Ten slotte kan de werkgever via de vrije ruimte van de werkkostenregeling nog andere voorzieningen onbelast aan de werknemer vergoeden, verstrekken of ter beschikking stellen. Werkgevers kunnen immers zelf bepalen waaraan en óf zij de vrije ruimte willen besteden, voor zover dit niet in belangrijke mate ongebruikelijk is. De werkgever zou bijvoorbeeld de extra energiekosten die de werknemer maakt door het thuiswerken vanuit de vrije ruimte onbelast aan hem kunnen vergoeden.

Het kabinet ziet geen belemmeringen voor toepassing van de werkkostenregeling voor thuiswerken door de coronacrisis. Omdat de werknemer verplicht moet thuiswerken wordt in sommige gevallen zelfs sneller aan de voorwaarden van de gerichte vrijstellingen voldaan. De werkgever is bijvoorbeeld op grond van de Arbeidsomstandighedenwet verplicht om de richtlijnen voor plaatsonafhankelijke arbeid te volgen. De voorzieningen die hij op grond van deze richtlijnen vergoedt, verstrekt of ter beschikking stelt, zijn gericht vrijgesteld. Ook is het vaak eenvoudiger voor de werkgever om aan te tonen dat voldaan wordt aan het noodzakelijkheidscriterium dat geldt bij gereedschappen, computers, mobiele communicatiemiddelen en dergelijke omdat bijvoorbeeld een laptop veelal gericht is op en noodzakelijk is voor het thuis kunnen werken. Bovendien heeft het kabinet vanwege de bijzondere omstandigheden van de coronacrisis voor het jaar 2020 de vrije ruimte verhoogd. De vrije ruimte is in 2020 voor de eerste € 400.000 van de fiscale loonsom per werkgever verhoogd van 1,7% naar 3%Deze extra financiële ruimte kan de werkgever zowel gebruiken voor de verbetering van de thuiswerklocatie van zijn werknemers als voor een specifieke voorziening waarop een gerichte vrijstelling niet van toepassing zou zijn.

Dit bericht is opgesteld door de redactie van Taxnavigator/eindredactie mr. dr. J.J.P. (Joep) Swinkels. Voor meer informatie: info@taxnavigator.nl. © Copyright Taxnavigator/Nestor Business Media BV/Nestor Media Groep. Ter zake van onze fiscale dienstverlening en berichtgeving gelden algemene voorwaarden en hetgeen wordt vermeld in de colofon.