Nieuws

Afronding mengpercentage

Geplaatst: 06 mei 2017
Bron: Rechtbank: Zeeland-West-Brabant, 8 maart 2017, nr. AWB 16/2527
Bron url: https://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ECLI:NL:RBZWB:2017:2019
Kenmerk: 2017.02647

Afronding mengpercentage

Op 2 mei 2017 is de uitspraak van Rechtbank Zeeland-West-Brabant van 8 maart 2017, nr. AWB 16/2527, gepubliceerd inzake de afronding van het mengpercentage. De component ‘compensabel’ in het mengpercentage hoeft volgens de Rechtbank niet te worden afgerond op het naastgelegen hogere gehele getal.

Feiten

Een gemeente en de Belastingdienst hebben op basis van eerdere gesprekken in november 2012 overeenstemming bereikt over de te hanteren mengpercentages voor het tijdvak 2006 tot en met 2011. De gemeente heeft deze mengpercentages vervolgens ook voor het jaar 2012 toegepast. Op 15 januari 2015 heeft de Belastingdienst een boekenonderzoek ingesteld naar de opgaven BCF over het jaar 2012. De Belastingdienst heeft vastgesteld dat het te compenseren bedrag over 2012 moest worden verhoogd met € 8.950 en het mengpercentage als volgt moest worden bepaald: Aftrekbaar 2,33%, Compensabel 95,27%, Niet compensabel/Niet Aftrekbaar 2,40%. Volgens de gemeente moet de component 95,27% worden afgerond op 96%.

Standpunt Belastingdienst

De hoogte van de component ‘compensabel’ in het mengpercentage – afgerond op twee decimalen – is als zodanig tussen partijen niet in geschil. Wel in geschil is of de component ‘compensabel’ verder naar boven afgerond dient te worden. De Belastinginspecteur heeft de gemeente hierover in zijn brief van 20 mei 2015 onder meer het volgende medegedeeld:

‘Tijdens onze besprekingen heb ik aangegeven dat in oktober 2013 landelijk is afgesproken, in het kader van eenheid van beleid, dat de mengpercentages voor de BCF, BTW verrekenbaar op aangifte en de kostprijsverhogende BTW afgerond moeten worden op 2 cijfers achter de komma. De berekende percentages voor de verdeling tussen verrekenbare BTW op aangifte / BCF / kostprijsverhogende BTW worden afgerond overeenkomstig het landelijke standpunt van de Belastingdienst, namelijk op 2 cijfers achter de komma.’

Standpunt gemeente

De gemeente heeft bezwaar aangetekend. De gemeente beroept zich met een verwijzing naar de schakelbepaling van artikel 1, tweede lid van de Wet op het BTW-compensatiefonds op de afrondingsregel van artikel 175, eerste lid, van de BTW-richtlijn.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

De Rechtbank wijst het beroep van de gemeente af. Volgens de Rechtbank is de afrondingsregel uit de BTW-richtlijn niet (via de schakelbepaling) van toepassing. De schakelbepaling bewerkstelligt volgens de Rechtbank alleen dat aan de in de Wet BCF gehanteerde omzetbelastingbegrippen in beginsel dezelfde betekenis wordt gegeven als de Wet OB en de op die wet gebaseerde bepalingen. Dit betekent volgens de Rechtbank niet dat de bepalingen in de BTW-richtlijn van overeenkomstige toepassing zijn. De vaststelling van een bijdrage uit het BCF ziet niet op de heffing van omzetbelasting en betreft een zuiver nationale aangelegenheid. Dat neemt volgens de Rechtbank overigens niet weg dat bij de uitleg van een begrip in de Wet BCF, gelet op de schakelbepaling, indirect de BTW-richtlijn leidend kan zijn. In dit geval gaat het echter niet om de uitleg van een dergelijk begrip.

Gemeentelijke praktijk

Wij nemen aan dat de gemeente hoger beroep instelt bij het Gerechtshof en bij verlies bij het Gerechtshof beroep instelt bij de Hoge Raad. Als gemeenten gebruik willen maken van een positieve uitslag van de procedure moeten zij ter behoud van rechten bezwaar maken tegen de BCF-beschikkingen. De motivering van de rechtbank overtuigt de redactie van Taxnavigator niet. De interpretatie van de regelgeving is in onderhavige casus juist van belang om de omvang van de bijdrage uit het BTW-compensatiefonds vast te stellen.

Dit bericht is opgesteld door de redactie van Taxnavigator.